Ezechiël 16:30

30 Hoe zwak is uw hart (spreekt de Heere HEERE) als gij al deze dingen doet, zijnde het werk van een heersende hoerachtige vrouw!

Ezechiël 16:30 Meaning and Commentary

Ezekiel 16:30

How weak is thine heart, saith the Lord God
Through sin; and being destitute of the grace of God, and so unable to resist any temptation, or oppose any corruption or lust, but carried away with everyone that offers; indulging every lust, and yet not satisfied; weak as water, unstable, fickle, and inconstant, seeking after new gods, and new kinds of worship. The Targum is,

``how strong is the wickedness of thy heart!''

the stronger the wickedness of the heart, the weaker, the heart is: seeing thou doest all these [things];
all the idolatries before mentioned; which was an argument not of her strength, but weakness, and yet of boldness, impudence, and resolution, to have her will: the work of an imperious whorish woman;
a whore, as she is impudent, is imperious, is one that rules and governs. The Targum is, who rules over herself; does what she pleases, will have her will and way, and cannot bear any contradiction; and who rules over others, such as are her gallants, obliging them to do as she commands. Jarchi's note is,

``over whom her imagination (or corruption) rules.''

Ezechiël 16:30 In-Context

28 Verder hebt gij gehoereerd met de kinderen van Assur, omdat gij onverzadelijk waart; ja, als gij met hen gehoereerd hebt, zijt gij ook niet verzadigd geworden.

29 Maar gij hebt uw hoererij vermenigvuldigd in het land van Kanaan tot in Chaldea; en daarmede ook zijt gij niet verzadigd geworden.

30 Hoe zwak is uw hart (spreekt de Heere HEERE) als gij al deze dingen doet, zijnde het werk van een heersende hoerachtige vrouw!

31 Als gij uw verwelfsel bouwt aan het hoofd van iederen weg, en uw hoge plaats maakt in elke straat, en niet zijt geweest als een hoer, het hoerenloon beschimpende.

32 O, die overspelige vrouw, zij neemt in plaats van haar man de vreemden aan.