Ezechiël 16:53

53 Als Ik haar gevangenen wederbrengen zal, namelijk de gevangenen van Sodom en haar dochteren, en de gevangenen van Samaria en haar dochteren, dan zal Ik wederbrengen de gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar.

Ezechiël 16:53 Meaning and Commentary

Ezekiel 16:53

When I shall bring again their captivity
The captivity of Sodom and Samaria, as after mentioned: the captivity of Sodom and her daughters, and the captivity of Samaria
and her daughters;
which some understand as what never will be, as it never yet has been: Sodom remains to this day a dead sea, and the ten tribes are not returned: then [will I bring again] the captivity of thy captives in the midst of
them;
that is, it shall never be brought again, according to the above sense; but rather this is to be understood of the calling of the Gentiles, comparable to Sodom for their wickedness, as the great city of Rome is, ( Revelation 11:8 ) ; and of the calling of God's elect among the ten tribes, scattered up and down among the Gentiles, by the preaching of the apostles; and when the fulness of the Gentiles is brought in then will follow the conversion of the Jews, and all Israel will be sawed, ( Romans 11:25 Romans 11:26 ) ; for it is certain those sisters, Sodom and Samaria, were to be restored, and received into the church, and given to her for daughters, ( Ezekiel 16:61 ) ; thus the conversion, of the Gentiles is signified by bringing again the captivity of Moab and Ammon, in ( Jeremiah 48:47 ) ( 49:6 ) .

Ezechiël 16:53 In-Context

51 Samaria ook heeft naar de helft uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen meer dan zij vermenigvuldigd, en hebt uw zusters gerechtvaardigd door al uw gruwelen, die gij gedaan hebt.

52 Draag gij dan ook uw schande, gij, die voor uw zusteren geoordeeld hebt door uw zonden, die gij gruwelijker gemaakt hebt dan zij; zij zijn rechtvaardiger dan gij; wees gij dan ook beschaamd, en draag uw schande, omdat gij uw zusters gerechtvaardigd hebt.

53 Als Ik haar gevangenen wederbrengen zal, namelijk de gevangenen van Sodom en haar dochteren, en de gevangenen van Samaria en haar dochteren, dan zal Ik wederbrengen de gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar.

54 Opdat gij uw schande draagt, en te schande gemaakt wordt, om al hetgeen gij gedaan hebt, als gij haar troosten zult.

55 Als uw zusters, Sodom en haar dochteren, zullen wederkeren tot haar vorigen staat, mitsgaders Samaria en haar dochteren zullen wederkeren tot haar vorigen staat, zult gij ook en uw dochteren wederkeren tot uw vorigen staat.