Ezechiël 19:9

9 En zij stelden hem in gesloten bewaring met haken, opdat zij hem brachten tot den koning van Babel; zij brachten hem in vestingen, opdat zijn stem niet meer gehoord wierde op de bergen Israels.

Ezechiël 19:9 Meaning and Commentary

Ezekiel 19:9

And they put him in ward in chains
Or "in an enclosure"; or "in a collar with hooks" F2; put a collar of iron, as is said, about his neck, which had hooks in it, and to those hooks chains were put, in which he was led a prisoner; and it is certain that he was bound in fetters, in order to be carried to Babylon though it is thought he never reached thither, but died by the way ( 2 Chronicles 36:6 ) ; and brought him to the king of Babylon;
to Nebuchadnezzar, who came up against him with his army of many nations, he having rebelled against him; and, being taken by his soldiers, was brought to him in chains, wherever he was, whether without the gates of Jerusalem, or at any other place; for it is not certain where he was: however, they brought him into holes;
places of confinement, one after another, in his way to Babylon; where, it seems, before he came thither, he died, and was cast out on a dunghill, and had no burial, as Jeremiah foretold, ( Ezekiel 22:18 Ezekiel 22:19 ) ; that his voice should no more be heard in the mountains of Israel;
in the kingdom of Israel, to the terror of its inhabitants, threatening them with death, if they did not answer his exorbitant demands; nor was it ever heard any more: the allusion still is to a lion traversing the mountains, and roaring after its prey, to the terror of other creatures.


FOOTNOTES:

F2 (Myxxb rgwob) "in claustro uncis adhibitis", Junius & Tremellius, Polanus; "in claustrum in hamis", Montanus; "in claustro in hamis", Starckius; "in cavea hamis", Cocceius.

Ezechiël 19:9 In-Context

7 Hij bekende zijn weduwen, en hij verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd van de stem zijner brulling.
8 Toen begaven zich de volken tegen hem rondom uit de landschappen, en zij spreidden hun net over hem uit; in hun groeve werd hij gegrepen.
9 En zij stelden hem in gesloten bewaring met haken, opdat zij hem brachten tot den koning van Babel; zij brachten hem in vestingen, opdat zijn stem niet meer gehoord wierde op de bergen Israels.
10 Uw moeder was als een wijnstok in uw stilheid, geplant bij wateren; hij was vruchtbaar en vol ranken vanwege vele wateren.
11 En hij had sterke roeden tot scepteren der heersers, en de stam van elke roede werd hoog tussen de dichte takken; en hij werd gezien door zijn hoogte, met de menigte zijner takken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.