Ezechiël 22:26

26 Haar priesters doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij geen onderscheid, en het verschil tussen het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd.

Ezechiël 22:26 Meaning and Commentary

Ezekiel 22:26

Her priests have violated my law
Or, "forced it" F9; they gave a wrong explanation of it, made it speak what it should not; they wrested the sense and meaning of it, and did and taught things contrary to it; they broke it themselves, who should have instructed others in it, and exhorted them to have kept it, and encouraged them by their own example: and have profaned my holy things;
sacrifices and oblations, which were only to be offered and eaten by holy persons; they made them common to others who should not have partook of them: they have put no difference between the holy and the profane;
between holy persons and things, and profane persons and things; they made no difference in their practice between the one and the other; but promiscuously conversed with holy and profane persons, and used holy and profane things, without distinguishing one from the other: neither have they showed the difference between the unclean and the
clean:
they did not show to the people, as was the duty of their office, what was clean or unclean for sacrifice; what was clean and allowed to be eaten, and what was unclean and forbid to be eaten; nor who were clean and who were unclean persons for conversation; who were to be kept company with, and who not: and have hid their eyes from my sabbaths;
were not careful to observe them themselves, and connived at them that broke them; they might have seen men carrying burdens, and doing other servile works on such days, but they turned their eyes another way, and would not look at them; and when they did see them were silent, and would not reprove them: and I am profaned among them;
for the law of God being profaned, his institutions profaned, and his sabbaths profaned, he himself was profaned; inasmuch as he was not sanctified by them, through the just observation of those things. The Targum is,

``my will is profaned among them.''

FOOTNOTES:

F9 (ytrwt womx) "vim faciunt legimeae", Junius & Tremellius: Polanus; "vim fecerunt", Cocceius: Starckius.

Ezechiël 22:26 In-Context

24 Mensenkind, zeg tot haar; Gij zijt een land, dat niet gereinigd is, dat zijn plasregen niet heeft gehad ten dage der gramschap.
25 De verbintenis harer profeten is in het midden van haar als een brullende leeuw, die een roof rooft; zij eten de zielen op, den schat en het kostelijke nemen zij weg; haar weduwen vermenigvuldigen zij in het midden van haar.
26 Haar priesters doen Mijn wet geweld aan, en zij ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het onheilige maken zij geen onderscheid, en het verschil tussen het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe verbergen zij hun ogen van Mijn sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd.
27 Haar vorsten zijn in het midden van haar als wolven, die een roof roven, om bloed te vergieten, en om zielen te verderven; opdat zij gierigheid zouden plegen.
28 Haar profeten nu pleisteren hen met loze kalk; ziende ijdelheid en hun leugen voorzeggende, zeggende: Alzo zegt de Heere HEERE! en de HEERE heeft niet gesproken.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.