Ezechiël 27:27

27 Uw goed, en uw marktwaren, uw onderlinge koophandel, uw zeelieden, en uw schippers; die uw breuken verbeteren, en die onderlingen handel met u drijven, en al uw krijgslieden, die in u zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in het midden van u is, zullen vallen in het hart der zeeen, ten dage van uw val.

Ezechiël 27:27 Meaning and Commentary

Ezekiel 27:27

Thy riches
That vast mass of wealth Tyre had got by her trade and merchandise, were all lost, at once, and came to nought, which had been many years gathering; see ( Revelation 18:17 ) : and thy fairs;
to which there were such great resorts from all parts, and where such a prodigious traffic was carried on, were now interrupted by the siege, and put to an end upon the ruin of the city: thy merchandise;
the goods both imported and exported; the wares that were brought in from foreign parts, and sold in her, and what was taken from her in lieu of them; now nothing more of this kind; and what goods were in her, whether her own or others, were all lost and destroyed: thy mariners;
who were the inhabitants of Zidon and Arvad, ( Ezekiel 27:8 ) , these perished with her: and thy pilots;
who were the wisest, most skilful, and best learned in the art of navigation, and who were of the city itself, these were no more, ( Ezekiel 27:8 ) : thy calkers:
the wise and ancient men of Gebal, ( Ezekiel 27:9 ) : and the occupiers of the merchandise;
that traded in her markets and fairs, mentioned from ( Ezekiel 27:12-25 ) : and all thy men of war that are in thee:
to fight for her and defend her; the Persians, Lydiaus, and Lybians, the men of Arvad, and the Gammadims, ( Ezekiel 27:10 Ezekiel 27:11 ) : and in all thy company, which is in the midst of thee;
the great concourse of people, whether natives or foreigners: these all shall fall into the midst of the seas in the day of thy ruin:
the walls and banks being demolished, the sea broke in upon it, and washed all away in it, and left it a bare rock; see ( Ezekiel 26:4 Ezekiel 26:12 Ezekiel 26:14 ) .

Ezechiël 27:27 In-Context

25 De schepen van Tarsis zongen van u, vanwege den onderlingen koophandel met u; en gij waart vervuld, en zeer verheerlijkt in het hart der zeeen.
26 Die u roeien, hebben u in grote wateren gevoerd; de oostenwind heeft u verbroken in het hart der zeeen.
27 Uw goed, en uw marktwaren, uw onderlinge koophandel, uw zeelieden, en uw schippers; die uw breuken verbeteren, en die onderlingen handel met u drijven, en al uw krijgslieden, die in u zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in het midden van u is, zullen vallen in het hart der zeeen, ten dage van uw val.
28 Van het geluid des geschreeuws uwer schippers zullen de voorsteden beven.
29 En allen, die den riem handelen, zeelieden, en alle schippers van de zee, zullen uit hun schepen nederklimmen; op het land zullen zij staan blijven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.