Ezechiël 32:26

26 Daar is Mesech, en Tubal, met haar ganse menigte; rondom hem zijn haar graven; zij zijn allen onbesneden, verslagenen van het zwaard, omdat zij hun schrik gegeven hebben in het land der levenden.

Ezechiël 32:26 Meaning and Commentary

Ezekiel 32:26

There is Meshech, Tubal, and all her multitude
The Scythians, a powerful and warlike people; and all their armies, as the Targum; with their leaders, generals, and commanders, as lying in their graves next to the Assyrians and Elamites, or her graves are round about him;
not the king of Egypt, nor the king of Assyria, nor the king of Persia; but the chief commander of the Scythians, called the chief prince of Meshech and Tubal, ( Ezekiel 38:2 ) : all of them slain by the sword;
of Halyattes, king of Lydia, and Cyaxares, king of Media, who was assisted by the former in subduing the Scythians: though they caused their terror in the land of the living;
as they did in Media, and other countries, and especially in some parts of Asia.

Ezechiël 32:26 In-Context

24 Daar is Elam met haar ganse menigte rondom haar graf; zij zijn allen verslagen, de gevallenen door het zwaard, die onbesneden zijn nedergedaald tot de onderste plaatsen der aarde, die hun schrik hadden gegeven in het land der levenden; nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald.
25 In het midden der verslagenen hebben zij haar een legerstede gesteld onder haar ganse menigte, rondom hem zijn haar graven; zij zijn allen onbesneden, verslagenen van het zwaard, omdat een schrik van hen gegeven is in het land der levenden; nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald; hij is geleid in het midden der verslagenen.
26 Daar is Mesech, en Tubal, met haar ganse menigte; rondom hem zijn haar graven; zij zijn allen onbesneden, verslagenen van het zwaard, omdat zij hun schrik gegeven hebben in het land der levenden.
27 Maar zij liggen niet met de helden, die onder de onbesnedenen gevallen zijn; die ter helle zijn nedergedaald met hun krijgswapenen, en welker zwaarden men gelegd heeft onder hun hoofden; welker ongerechtigheid nochtans op hun beenderen is, omdat der helden schrik in het land der levenden geweest is.
28 Gij ook zult verbroken worden in het midden der onbesnedenen, en zult liggen met de verslagenen van het zwaard.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.