Ezechiël 40:1

1 In het vijf en twintigste jaar onzer gevankelijke wegvoering, in het begin des jaars, op den tienden der maand, in het veertiende jaar, nadat de stad geslagen was; even op dienzelfden dag, was de hand des HEEREN op mij, en Hij bracht mij derwaarts.

Ezechiël 40:1 Meaning and Commentary

Ezekiel 40:1

In the five and twentieth year of our captivity
That is, from Jeconiah's captivity, from whence this prophet begins his dates: he calls it our captivity, because he himself was then carried captive; and this was twenty years after his first vision; see ( Ezekiel 1:1 Ezekiel 1:2 ) : in the beginning of the year, in the tenth day of the month;
the Jews had two beginnings of their year, the one on civil accounts, which was in the autumnal equinox, in the month Tisri, which answers to part of our September; and if this is meant here, the tenth day of it was the day of atonement, in which the Jews were to afflict their souls; but on this day the prophet has a view of the Gospel church, which receives the atonement by the sacrifice of Christ: the other beginning of the year, which was on ecclesiastic accounts, was in the vernal equinox, the month Nisan, which answers to part of our March; and the tenth day of it was the day that the passover lamb was separated from the flock, and kept up till the fourteenth; the time between Christ's public entry into Jerusalem, and his being sacrificed as the passover for us. Some interpreters go one way, some the other: it is not easy to determine which is meant; though I think more probably the latter, since church affairs are chiefly here represented. This, according to the Talmudists {n}, was the year of the jubilee: Bishop Usher F15 places it in the year of the world 3430 A.M., and before Christ 574; and makes the day to be the thirtieth of April, and the third day of the week (Tuesday); and, as to the year, Mr. Whiston F16 agrees with, him: in the fourteenth year after that the city was smitten;
taken, broken up, and destroyed by Nebuchadnezzar; its walls demolished; its houses burnt, and inhabitants put to the sword, or carried captive. This was in the eleventh year of Zedekiah's reign, to which add the fourteen years from hence and they make twenty five, as reckoned from Jeconiah's captivity: in the self-same day the hand of the Lord was upon me, and brought me
hither;
that is, on the tenth day of the month, of the new year, begin when it will. The Spirit of the Lord, which is sometimes called the finger of God, and the power of God, this fell upon him, or was laid on him, and impressed his mind and soul; and he in a visionary way, as appears by what follows, was brought into, the land of Israel, and to Jerusalem, according as things were represented to his mind; though, as to his body, he was still in the land of Chaldea. The Targum interprets "the hand of the Lord" the spirit of prophecy; see ( Ezekiel 1:3 ) .


FOOTNOTES:

F14 T. Bab. Eracin, fol. 12. 1.
F15 Annales Vet. Test. A. M. 3430.
F16 Chronological Tables, cent. 10.

Ezechiël 40:1 In-Context

1 In het vijf en twintigste jaar onzer gevankelijke wegvoering, in het begin des jaars, op den tienden der maand, in het veertiende jaar, nadat de stad geslagen was; even op dienzelfden dag, was de hand des HEEREN op mij, en Hij bracht mij derwaarts.
2 In de gezichten Gods bracht Hij mij in het land Israels, en Hij zette mij op een zeer hogen berg; en aan denzelven was als een gebouw ener stad tegen het zuiden.
3 Als Hij mij daarhenen gebracht had, ziet, zo was er een man, wiens gedaante was als de gedaante van koper; en in zijn hand was een linnen snoer, en een meetriet; en hij stond in de poort.
4 En die man sprak tot mij: Mensenkind! zie met uw ogen, en hoor met uw oren, en zet uw hart op alles, wat ik u zal doen zien; want, opdat ik u zou doen zien, zijt gij herwaarts gebracht; verkondig daarna den huize Israels alles, wat gij ziet.
5 En ziet, er was een muur buiten aan het huis, rondom henen, en in des mans hand was een meetriet van zes ellen, elke el van een el en een handbreed, en hij mat de breedte des gebouws een riet, en de hoogte een riet.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.