Ezechiël 46:9

9 Maar als het volk des lands voor het aangezicht des HEEREN komt, op de gezette hoogtijden, die door den weg van de noorderpoort ingaat om te aanbidden, zal door den weg van de zuiderpoort weder uitgaan; en die door den weg van de zuiderpoort ingaat, zal door den weg van de noorderpoort weder uitgaan; hij zal niet wederkeren door den weg der poort, door dewelke hij is ingegaan, maar recht voor zich henen uitgaan.

Ezechiël 46:9 Meaning and Commentary

Ezekiel 46:9

But when the people of the land shall come before the Lord
in the solemn feasts
To worship the Lord, to pray and praise; to honour the Lord, and keep the solemn feast of love, the Lord's supper: he that entereth in by the way of the north gate to worship shall go
out by the way of the south gate; and he that entereth in by the way
of the south gate shall go forth by the way of the north gate;
that so such as were coming in, and going out, might not meet, and stop and hinder one another in going out and coming in: no mention is made of entering in by the east gate, which was only for the prince, ( Ezekiel 44:1 Ezekiel 44:2 ) , and there was no entering in, or going out, on the west: he shall not return by the way of the gate he came in, but shall go
forth over against it;
signifying, that those that come to the house of God to worship, and join in communion with the saints, should not return to their former ways and practices; to their former rites, customs, and ceremonies in religion, used by them; and to their former principles and errors in doctrines; and to their former sinful courses of life; but go straight on and thorough stitch with it in their profession of Christ and his Gospel, and in the practice of spiritual and evangelic worship; see ( Luke 9:62 ) ( Hebrews 10:38 Hebrews 10:39 ) .

Ezechiël 46:9 In-Context

7 En ten spijsoffer zal hij bereiden een efa tot den var, en een efa tot den ram; maar tot de lammeren, zoals zijn hand bekomen zal; en een hin olie tot een efa.
8 En als de vorst ingaat, zal hij door den weg van het voorhuis der poort ingaan, en door deszelfs weg weder uitgaan.
9 Maar als het volk des lands voor het aangezicht des HEEREN komt, op de gezette hoogtijden, die door den weg van de noorderpoort ingaat om te aanbidden, zal door den weg van de zuiderpoort weder uitgaan; en die door den weg van de zuiderpoort ingaat, zal door den weg van de noorderpoort weder uitgaan; hij zal niet wederkeren door den weg der poort, door dewelke hij is ingegaan, maar recht voor zich henen uitgaan.
10 De vorst nu zal in het midden van hen ingaan, als zij ingaan; en als zij uitgaan, zullen zij samen uitgaan.
11 Voorts op de feesten, en op de gezette hoogtijden zal het spijsoffer zijn, een efa tot een var, en een efa tot een ram; maar tot de lammeren, een gave zijner hand; en olie, een hin tot een efa.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.