Ezechiël 7:21

21 En Ik zal het in de hand der vreemden overgeven ten roof, en den goddelozen der aarde ten buit, en zij zullen het ontheiligen.

Ezechiël 7:21 Meaning and Commentary

Ezekiel 7:21

And I will give it into the hands of the strangers for a prey,
&c.] The Babylonians, who lived in a foreign country, and were strangers to the commonwealth of Israel; the temple was suffered of the Lord to fall into their hands as a prey; who spoiled it of all its riches and glory, and carried away the vessels of gold, of silver, and of brass, and other valuable things; see ( Jeremiah 52:17-23 ) ; and to the wicked of the earth for a spoil;
meaning the same persons, and the same thing, and the same use they should make of it; for not the wicked of the world in general are meant, but of the land, or this land; the land of Babylon, where the prophet was: and they shall pollute it;
by entering into it and spoiling it, by pillaging and burning it.

Ezechiël 7:21 In-Context

19 Zij zullen hun zilver op de straten werpen, en hun goud zal tot onreinigheid zijn; hun zilver en hun goud zal hen niet kunnen uithelpen ten dage der verbolgenheid des HEEREN; hun ziel zullen zij niet verzadigen, en hun ingewanden zullen zij niet vullen; want het zal de aanstoot hunner ongerechtigheid zijn.
20 En Hij heeft de schoonheid Zijns sieraads ter overtreffelijkheid gezet; maar zij hebben daarin beelden hunner gruwelen en hunner verfoeiselen gemaakt; daarom heb Ik dat hun tot onreinigheid gesteld.
21 En Ik zal het in de hand der vreemden overgeven ten roof, en den goddelozen der aarde ten buit, en zij zullen het ontheiligen.
22 Ook zal Ik Mijn aangezicht van hen omwenden, en zij zullen Mijn verborgen plaats ontheiligen; want inbrekers zullen daar inkomen en die ontheiligen.
23 Maak een keten; want het land is vol van bloedgerichten, en de stad is vol van geweld.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.