Genesis 18:30

30 Voorts zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik spreke; misschien zullen aldaar dertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen, zo Ik aldaar dertig zal vinden.

Genesis 18:30 Meaning and Commentary

Genesis 18:30

And he said unto him, Oh, let not the Lord be angry, and I
will speak
He feared, through his importunity, he should be wearisome to him and incur his displeasure; this being often the case among men, especially when inferiors are soliciting their superiors, and, not content with one favour, are pressing for more:

Peradventure there shall thirty be found there;
the abatement is larger than before; he only made an abatement of five at a time, now ten at once, and so he proceeds;

and he said, I will not do [it], if I find thirty there;
not destroy the place for their sake.

Genesis 18:30 In-Context

28 Misschien zullen aan de vijftig rechtvaardigen vijf ontbreken; zult Gij dan om vijf de ganse stad verderven? En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven, zo Ik er vijf en veertig zal vinden.
29 En hij voer voort nog tot Hem te spreken, en zeide: Misschien zullen aldaar veertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen om der veertigen wil.
30 Voorts zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik spreke; misschien zullen aldaar dertig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal het niet doen, zo Ik aldaar dertig zal vinden.
31 En hij zeide: Zie toch, ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere; misschien zullen er twintig gevonden worden! En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der twintigen wil.
32 Nog zeide hij: Dat toch de Heere niet ontsteke, dat ik alleenlijk ditmaal spreke: misschien zullen er tien gevonden worden. En Hij zeide: Ik zal haar niet verderven om der tienen wil.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.