Genesis 30:15

15 En zij zeide tot haar: Is het weinig, dat gij mijn man genomen hebt, dat gij ook mijns zoons Dudaim nemen zult? Toen zeide Rachel: Daarom zal hij dezen nacht voor uws zoons Dudaim bij u liggen.

Genesis 30:15 Meaning and Commentary

Genesis 30:15

And she said unto her
Leah to Rachel, taking this opportunity to bring out a thing which had some time lain with uneasiness upon her mind: [is it] a small thing that thou hast taken away my husband?
got the greatest share of his affections, and had most of his company; which last was very probably the case, and more so, since Leah had left off bearing; and this she could not well stomach, and therefore upon this trifling occasion outs with it: and wouldest thou take away my son's mandrakes also?
which were poor things to be mentioned along with an husband; and besides, Rachel did not offer to take them away from the child without her leave, which she in very humble manner asked of her: and Rachel said, therefore he shall lie with thee tonight for thy
son's mandrakes;
which showed no great affection to her husband, and a slight of his company, to be willing to part with it for such a trifle; and it seems by this as if they took their turns to lie with Jacob, and this night being Rachel's turn, she agrees to give it to Leah for the sake of the mandrakes: or however, if she had engrossed him to herself very much of late, as seems by the words of Leah above, she was willing to give him up to her this night, on that consideration; which Leah agreed she should have, as appears by what follows.

Genesis 30:15 In-Context

13 Toen zeide Lea: Tot mijn geluk! want de dochters zullen mij gelukkig achten; en zij noemde zijn naam Aser.

14 En Ruben ging in de dagen van de tarweoogst, en hij vond Dudaim in het veld, en hij bracht die tot zijn moeder Lea. Toen zeide Rachel tot Lea: Geef mij toch van uws zoons Dudaim.

15 En zij zeide tot haar: Is het weinig, dat gij mijn man genomen hebt, dat gij ook mijns zoons Dudaim nemen zult? Toen zeide Rachel: Daarom zal hij dezen nacht voor uws zoons Dudaim bij u liggen.

16 Als nu Jakob des avonds uit het veld kwam, ging Lea uit hem tegemoet, en zeide: Gij zult tot mij inkomen; want ik heb u om loon zekerlijk gehuurd voor mijns zoons Dudaim; en hij lag dien nacht bij haar.

17 En God verhoorde Lea; en zij werd bevrucht, en baarde Jakob den vijfden zoon.