Handelingen 15:31

31 En zij, dien gelezen hebbende, verblijdden zich over de vertroosting.

Handelingen 15:31 Meaning and Commentary

Acts 15:31

Which when they had read
That is, when the brethren of the church at Antioch had read the letter delivered to them; for not Paul and Barnabas, or Judas and Silas, who were sent with it, read it, but the brethren to whom it was sent, as was proper.

They rejoiced for the consolation,
or "exhortation", as the word may be rendered, which was given them in the letter, to abstain from the above things, without being burdened with any other; and they rejoiced that there was such an agreement among the apostles, elders, and brethren at Jerusalem; and that their sentiments, and those of Paul and Barnabas, and other faithful ministers and saints at Antioch, were alike, and were opposed to the judaizing preachers and professors; and above all, they rejoiced that they were freed from the burdensome yoke of the law, and that the controversy which had been raised among them, was likely to be ended, and to issue so well.

Handelingen 15:31 In-Context

29 Namelijk, dat gij u onthoudt van hetgeen den afgoden geofferd is, en van bloed, en van het verstikte, en van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht, zo zult gij weldoen. Vaart wel.

30 Dezen dan, hun afscheid ontvangen hebbende, kwamen te Antiochie; en de menigte vergaderd hebbende, gaven zij den brief over.

31 En zij, dien gelezen hebbende, verblijdden zich over de vertroosting.

32 Judas nu en Silas, die ook zelven profeten waren, vermaanden de broeders met vele woorden, en versterkten hen.

33 En als zij daar een tijd lang vertoefd hadden, lieten hen de broeders wederom gaan met vrede, tot de apostelen.