Handelingen 16:35

35 En als het dag geworden was, zonden de hoofdmannen de stadsdienaars, zeggende: Laat die mensen los.

Handelingen 16:35 Meaning and Commentary

Acts 16:35

And when it was day
In one copy Beza says, these words are added,

``the magistrates came together in one place in the court, and remembering the earthquake that was made, they were afraid, and sent the sergeants;''

but they seem to be no other than a gloss, which crept into the text; however, it seems reasonable to suppose, that in the morning the magistrates met together, to consider what was further to be done with Paul and Silas; when upon cooler thoughts, they judged it best to be content with what punishment they had inflicted on them, and dismiss them; and if they had felt anything of the earthquake, or had heard of it in the prison, and of the converts that had been made there, they might be the more induced to let them go:

the magistrates sent the sergeants, saying, let these men go;
the Arabic version reads, "these two men"; that is, Paul and Silas: who these sergeants were, is not very certain; they seem to be so called in the Greek language, from their carrying rods, or little staves in their hands, and were a sort of apparitors; by these the magistrates sent orders, either by word of mouth, or in writing, to the jailer, to let Paul and Silas out of prison, and set them at liberty, to go where they would; the same power that shook the foundations of the prison, and loosed the bands of the prisoners, wrought upon the hearts of the magistrates, to let the apostles go free.

Handelingen 16:35 In-Context

33 En hij nam hen tot zich in dezelve ure des nachts, en wies hen van de striemen; en hij werd terstond gedoopt, en al de zijnen.

34 En hij bracht hen in zijn huis, en zette hun de tafel voor, en verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was.

35 En als het dag geworden was, zonden de hoofdmannen de stadsdienaars, zeggende: Laat die mensen los.

36 En de stokbewaarder boodschapte deze woorden aan Paulus, zeggende: De hoofdmannen hebben gezonden, dat gij zoudt losgelaten worden; gaat dan nu uit, en reist heen in vrede.

37 Maar Paulus zeide tot hen: Zij hebben ons, die Romeinen zijn, onveroordeeld in het openbaar gegeseld, en in de gevangenis geworpen, en werpen zij ons nu heimelijk daaruit? Niet alzo; maar dat zij zelven komen, en ons uitleiden.