Handelingen 22:12

12 En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, goede getuigenis hebbende van al de Joden, die daar woonden,

Handelingen 22:12 Meaning and Commentary

Acts 22:12

And one Ananias, a devout man according to the law,
&c.] The Alexandrian copy, and Vulgate Latin version, read only, "a man according to the law"; one whose walk, life, and conversation, were agreeable to it: a strict observer of the law of Moses, both moral and ceremonial: he not only lived a holy life and conversation, according to the moral law, but he religiously and devoutly attended to the rituals of the ceremonial law; and this part of his character the apostle chose to mention, as what would recommend him to the notice of the Jews he now addressed: for though he was a disciple, a believer in Christ, yet as many of the believing Jews did, so he strictly observed the rituals of the law. The Ethiopic version adds, "who was of the apostles"; one of that number, and in that office, which is nowhere said that he was; and had he, it would not have been agreeable to the apostle's design to have mentioned it; and he is said to be one of the seventy disciples, and bishop or pastor of the church at Damascus; (See Gill on Luke 10:1). Of this Ananias, his name and character, (See Gill on Acts 9:10).

Having a good report of all the Jews that dwelt there:
that is, at Damascus, as the Ethiopic version reads; and so do the Complutensian edition, the Alexandrian copy, and several other copies; for though he was a Christian, yet being not only a man of an unblemished life and conversation, but zealous and devout in the observance of the ceremonial law, was very much interested in the affections and esteem of the Jews.

Handelingen 22:12 In-Context

10 En ik zeide: Heere! wat zal ik doen? En de Heere zeide tot mij: Sta op, en ga heen naar Damaskus; en aldaar zal met u gesproken worden, van al hetgeen u geordineerd is te doen.
11 En als ik vanwege de heerlijkheid deszelven lichts niet zag, zo werd ik bij de hand geleid van degenen, die met mij waren, en kwam te Damaskus.
12 En een zekere Ananias, een godvruchtig man naar de wet, goede getuigenis hebbende van al de Joden, die daar woonden,
13 Kwam tot mij, en bij mij staande, zeide tot mij: Saul, broeder, word weder ziende! En ter zelfder ure werd ik ziende op hem.
14 En hij zeide: De God onzer vaderen heeft u te voren verordineerd, om Zijn wil te kennen, en den Rechtvaardige te zien, en de stem uit Zijn mond te horen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.