Hebreeën 11:34

34 De kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht;

Images for Hebreeën 11:34

Hebreeën 11:34 Meaning and Commentary

Hebrews 11:34

Quenched the violence of fire
Which may be said to be done, when a believer, or a righteous man, is delivered out of it, as Lot from Sodom, when God rained fire and brimstone on it; when, by prayer, it is stopped, as by Moses, at Taberah, ( Numbers 11:1 Numbers 11:2 ) when persons are not hurt by it, as Shadrach, Meshach, and Abednego, when cast into Nebuchadrezzar's fiery furnace; and many of the martyrs have triumphed in the flames: so believers are delivered out of the fire of afflictions, and are not consumed thereby; and quench the fiery darts of Satan, thrown at them; and are untouched by the fire of God's wrath, in every state and case; and shall not be hurt of the second death, which is a lake of fire, burning with brimstone.

Escaped the edge of the sword;
and were not destroyed by it; as Lot, Abraham, Moses, Joshua, the Judges, David, Elijah, Elisha, and others.

Out of weakness were made strong;
being recovered from bodily diseases, as David, Hezekiah by an increase of bodily strength, as Samson; by being filled with courage, and strength of mind; when before timorous, as Barak so believers, when they have been weak in the exercise of grace, have been made strong:

waxed valiant in fight;
as Barak, Gideon, David so believers, in the spiritual fight of faith, have waxed valiant; being engaged in a good cause, and under a good Captain; being well provided with armour, and assured of victory, and a crown.

Turned to fight the armies of the aliens:
such as the Canaanites, the Moabites, Ammonites, Philistines, and others; who were put to flight by Joshua, the Judges, David, and others.

Hebreeën 11:34 In-Context

32 En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd zal mij ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson, en Jeftha, en David, en Samuel, en de profeten;
33 Welken door het geloof koninkrijken hebben overwonnen, gerechtigheid geoefend, de beloftenissen verkregen, de muilen der leeuwen toegestopt;
34 De kracht des vuurs hebben uitgeblust, de scherpte des zwaards zijn ontvloden, uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht;
35 De vrouwen hebben hare doden uit de opstanding weder gekregen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden.
36 En anderen hebben bespottingen en geselen geproefd, en ook banden en gevangenis;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.