Hosea 2:10

10 En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid, haar feesten, haar nieuwe maanden, en haar sabbatten, ja, al haar gezette hoogtijden.

Hosea 2:10 Meaning and Commentary

Hosea 2:10

And now will I discover her lewdness in the lovers
The people, her lovers, as the Targum; which is by many understood of the Egyptians and Assyrians; but rather means the Romans, whom the Jews courted as their friends: though it seems best to interpret it in a more general way, that the sin and folly of the Jews in rejecting Christ, and adhering to their beloved tenets, should be discovered and made manifest to all in the most public manner by their punishment; by being scattered among the nations, and becoming a taunt, reproach, and a curse everywhere: and none shall deliver her out of my hand; none of her lovers, as Kimchi, nor any other: it denotes the utter, total, and final destruction of the Jews, wrath being come upon them to the uttermost; and which is irrecoverable by human help, has continued for many hundred years, and will until the times of the Gentiles are fulfilled, or till the fulness of the Gentiles be come in, ( Luke 21:24 ) ( Romans 11:25 ) .

Hosea 2:10 In-Context

8 Daarom zal Ik wederkomen, en Mijn koren wegnemen op zijn tijd, en Mijn most op zijn gezetten tijd; en Ik zal wegrukken Mijn wol en Mijn vlas, dienende om haar naaktheid te bedekken.

9 En nu zal Ik haar dwaasheid ontdekken voor de ogen harer boelen; en niemand zal haar uit Mijn hand verlossen.

10 En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid, haar feesten, haar nieuwe maanden, en haar sabbatten, ja, al haar gezette hoogtijden.

11 En Ik zal verwoesten haar wijnstok en haar vijgeboom, waarvan zij zegt: Deze zijn mij een hoerenloon, dat mij mijn boelen gegeven hebben; maar Ik zal ze stellen tot een woud, en het wild gedierte des velds zal ze vreten.

12 En Ik zal over haar bezoeken de dagen des Baals, waarin zij dien gerookt heeft, en zich versierd met haar voorhoofdsiersel, en haar halssieraad, en is haar boelen nagegaan, maar heeft Mij vergeten, spreekt de HEERE.