Jeremia 25:30

30 Gij zult dan al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen tegen alle inwoners der aarde.

Jeremia 25:30 Meaning and Commentary

Jeremiah 25:30

Therefore prophesy thou against them all these words, and say
unto them
What follows, as well as declare all that is before spoken concerning the cup of fury all nations must drink of: the Lord shall roar from on high:
from, heaven, like a lion, in violent claps of thunder; or in such dreadful dispensations of his providence, as will be very amazing and terrifying: and utter his voice from his holy habitation;
from heaven, as before; and though it will be terrible, yet quite consistent with his holiness and justice: he shall mightily roar upon his habitation;
the temple at Jerusalem, where he had his residence; but now should be deserted by him, and feel the effects of his wrath in the destruction and desolation of it: or rather, since the address is made to the nations of the world, and not to the Jews, it may be rendered, "in" or "out of his habitation" F17; and so designs heaven, as before; and all these expressions are intended to show both the certainty and terribleness of the dispensation; he shall give a shout, as they that tread [the grapes], against all
the inhabitants of the earth;
or, "answer a shout" F18; give the onset for battle against the inhabitants of the earth, as the general of an army; which is accompanied with a shout, like that which is made by workmen treading in the wine press, to encourage one another to go on the more cheerfully in their work.


FOOTNOTES:

F17 (whwn le) "in habitaculo suo", Junius & Tremellius; "vel [ex habitaculo]", Gataker, Schmidt.
F18 (hney ddyh) "heded respondebit", Schmidt; "celeusma respondebit", Gataker.

Jeremia 25:30 In-Context

28 En het zal geschieden, wanneer zij weigeren zullen den beker van uw hand te nemen om te drinken, dat gij tot hen zeggen zult: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Gij zult zekerlijk drinken!
29 Want ziet, in de stad, die naar Mijn Naam genoemd is, begin Ik te plagen, en zoudt gij enigszins onschuldig gehouden worden? Gij zult niet onschuldig gehouden worden; want Ik roep het zwaard over alle inwoners der aarde, spreekt de HEERE der heirscharen.
30 Gij zult dan al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen tegen alle inwoners der aarde.
31 Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard overgegeven, spreekt de HEERE.
32 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, een kwaad gaat er uit van volk tot volk. en een groot onweder zal er verwekt worden van de zijden der aarde.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.