Jeremia 25:31

31 Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard overgegeven, spreekt de HEERE.

Jeremia 25:31 Meaning and Commentary

Jeremiah 25:31

A noise shall come up [even] to the ends of the earth
Wars, and rumours of wars, everywhere, till the cup has gone round, and all nations have drank of it, and have felt the power of divine wrath for their sins: for the Lord hath a controversy with the nations;
will enter into a judicial process with them; will litigate the point with them, and try it openly; that it may be seen who is in the right, and who in the wrong: he will plead with all flesh;
or enter into judgment with them, as Kimchi; or reprove them in judgment, as Jarchi; he will be too many for them; he will carry his case, overcome them in judgment, and reprove and condemn them. Or the words may be rendered, "he will be judged by all flesh" F19; he will submit it to the judgment of the whole world, if it is not a righteous thing in him to do what he is about to do, and will do; he will make it clear and manifest that he does nothing unjustly, but all according to the strict rules of justice and equity: he will give them [that are] wicked to the sword, saith the Lord;
to be destroyed by it, and none but them; and seeing they are such that deserve it, he is not to be charged with unrighteousness in so doing.


FOOTNOTES:

F19 (rvb lkl awh jpvn) "judicium subibit ipse cum omni carne", Tigurine version.

Jeremia 25:31 In-Context

29 Want ziet, in de stad, die naar Mijn Naam genoemd is, begin Ik te plagen, en zoudt gij enigszins onschuldig gehouden worden? Gij zult niet onschuldig gehouden worden; want Ik roep het zwaard over alle inwoners der aarde, spreekt de HEERE der heirscharen.
30 Gij zult dan al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen tegen alle inwoners der aarde.
31 Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde; want de HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht houden met alle vlees; de goddelozen heeft Hij aan het zwaard overgegeven, spreekt de HEERE.
32 Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ziet, een kwaad gaat er uit van volk tot volk. en een groot onweder zal er verwekt worden van de zijden der aarde.
33 En de verslagenen des HEEREN zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde tot aan het andere einde der aarde; zij zullen niet beklaagd, noch opgenomen, noch begraven worden; tot mest op den aardbodem zullen zij zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.