Jeremia 31:23

23 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Dit woord zullen zij nog zeggen in het land van Juda, en in zijn steden, als Ik hun gevangenis wenden zal: De HEERE zegene u, gij woning der gerechtigheid, gij berg der heiligheid!

Jeremia 31:23 Meaning and Commentary

Jeremiah 31:23

Thus saith the Lord of hosts, the God of Israel
The Governor of the whole world, the Lord of armies above and below; and yet has a peculiar regard to Israel, his spiritual Israel, whose covenant God and Father he is; and is to be believed in what he after says, the fulfilment of which may be depended on: as yet they shall use this speech in the land of Judah, and in the
cities thereof, when I shall bring again their captivity;
not the Babylonish captivity, but their present one; for, upon their return from Babylon, though there was a reformation among them, by means of Ezra, and Nehemiah, and others, yet not so great an one as is here suggested; when, by way of salutation and prayer, the following words will be said by all that know them, and wish well to them, as had been heretofore: the Lord bless thee, O habitation of justice, [and] mountain of
holiness;
for now Jerusalem will be the habitation of righteous men, and every pot or person in it, and in "Judah, shall be holiness to the Lord", ( Zechariah 14:21 ) ; and so shall be blessed of God, and pronounced blessed by men, by all good men, among the Gentiles, who will rejoice at their conversion, restoration, and reformation.

Jeremia 31:23 In-Context

21 Richt u merktekenen op, stel u spitse pilaren, zet uw hart op de baan, op den weg, dien gij gewandeld hebt; keer weder, o jonkvrouw Israels, keer weder tot deze uw steden!
22 Hoe lang zult gij u onttrekken, gij afkerige dochter? Want de HEERE heeft wat nieuws op de aarde geschapen: de vrouw zal den man omvangen.
23 Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Dit woord zullen zij nog zeggen in het land van Juda, en in zijn steden, als Ik hun gevangenis wenden zal: De HEERE zegene u, gij woning der gerechtigheid, gij berg der heiligheid!
24 En Juda, mitsgaders al zijn steden, zullen te zamen daarin wonen; de akkerlieden, en die met de kudde reizen.
25 Want Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle treurige ziel vervuld.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.