Jeremia 5:9

9 Zou Ik over die dingen geen bezoeking doen? spreekt de HEERE. Of zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk, als dit is?

Jeremia 5:9 Meaning and Commentary

Jeremiah 5:9

Shall I not visit for these things? saith the Lord
For such adulteries and lasciviousness, and that in a way of punishment. The Targum adds,

``to bring evil upon them;''
the evil of punishment for the evil of sin: and shall not my soul be avenged upon such a nation as this?
which cannot delight in sin, but hates it; and therefore must punish for it; vindictive and punitive justice is essential to God; as sin is contrary to his nature, it is agreeable to it to punish for it; he cannot but do it; and he does avenge all sin, either on the sinner himself, or on his surety.

Jeremia 5:9 In-Context

7 Hoe zou Ik over zulks u vergeven? Uw kinderen verlaten Mij, en zweren bij hen, die geen God zijn; als Ik hen verzadigd heb, zo bedrijven zij overspel, en verzamelen bij hopen in het hoerenhuis.
8 Als welgevoederde hengsten zijn zij vroeg op; zij hunkeren een iegelijk naar zijns naasten huisvrouw.
9 Zou Ik over die dingen geen bezoeking doen? spreekt de HEERE. Of zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk een volk, als dit is?
10 Beklimt haar muren, en verderft ze (doch maakt geen voleinding); doet haar spitsen weg, want zij zijn des HEEREN niet.
11 Want het huis van Israel en het huis van Juda hebben gans trouwelooslijk tegen Mij gehandeld, spreekt de HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.