Jesaja 1:12

12 Wanneer gijlieden voor Mijn aangezicht komt te verschijnen, wie heeft zulks van uw hand geeist, dat gij Mijn voorhoven betreden zoudt?

Jesaja 1:12 Meaning and Commentary

Isaiah 1:12

When ye come to appear before me
At the grand festivals of the passover, pentecost, and tabernacles, at which times all the males in Israel appeared before God, ( Exodus 23:17 ) who hath required this at your hand;
either to appear at such times, these feasts being no more to be observed; or to offer the above sacrifices; these were not required of the Israelites when they first came out of Egypt, ( Jeremiah 7:22 ) nor were they necessary to appear before God with, or to introduce them to the throne of his grace, ( Micah 6:6 Micah 6:7 ) and much less under the Gospel dispensation, being abolished by the sacrifice of Christ; or this relates to what follows, to tread my courts?
in that unbecoming and hypocritical way they did, and with such wicked hearts and bloody hands. "Courts" are mentioned, because, as Kimchi observes, the Israelites stood in the courts of the Lord's house, and did not go into the temple, only the priests.

Jesaja 1:12 In-Context

10 Hoort des HEEREN woord, gij oversten van Sodom! neemt ter ore de wet onzes Gods, gij volk van Gomorra!

11 Waartoe zal Mij zijn de veelheid uwer slachtoffers? zegt de HEERE; Ik ben zat van de brandoffers der rammen, en het smeer der vette beesten, en heb geen lust aan het bloed der varren, noch der lammeren, noch der bokken.

12 Wanneer gijlieden voor Mijn aangezicht komt te verschijnen, wie heeft zulks van uw hand geeist, dat gij Mijn voorhoven betreden zoudt?

13 Brengt niet meer vergeefs offer, het reukwerk is Mij een gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen der vergaderingen vermag Ik niet, het is ongerechtigheid, zelfs de verbodsdagen.

14 Uw nieuwe maanden en uw gezette hoogtijden haat Mijn ziel, zij zijn Mij tot een last; Ik ben moede geworden, die te dragen.