Jesaja 28:13

13 Zo zal hun het woord des HEEREN zijn; gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig; opdat zij heengaan, en achterwaarts vallen, en verbreken, en verstrikt en gevangen worden.

Jesaja 28:13 Meaning and Commentary

Isaiah 28:13

But the word of the Lord was unto them precept upon
precept
Was despised and derided by them; they took the prophet's words out of his mouth, and in a scoffing manner repeated them; which, in the Hebrew text, is in a rhyming form, and were sung and drawled out by them, "Tsau lotsau, Tsau lotsau, Kau lakau, Kau lakau": this is all he can say to us, and we have from him: precept upon precept, line upon line, line upon line; here a
little, [and] there a little;
or the words may be rendered, "and the word of the Lord was unto them precept upon precept"; as it had been, so it still was; the same method was continued to be taken with them, and they still treated as children; and it is suggested that they should remain so, and not be men in understanding; and that they should be ever learning like children, and never come to the knowledge of the truth. Moreover, the words may be rendered, "though the word of the Lord was unto them precept upon precept"; though it was delivered in so plain and easy a manner to them, and such methods of instruction were used gradually and gently, to instil knowledge into them, yet so stupid were they as not to receive it, and so perverse and stubborn as wilfully to reject it; hence they were given up to judicial blindness and hardness, ( Romans 11:8 Romans 11:11 ) : that they might go and fall backward, and be broken, and snared,
and taken:
go on in their own sinful ways, backslide from God, and be broken by his judgments; and be ensnared and taken in the net of the Babylonians, and be carried by them into captivity; see ( Ezekiel 12:13 ) compare with this ( Matthew 21:44 ) ( 1 Peter 2:8 ) or rather fall into the hands of the Romans, and be taken and dispersed by them among the nations.

Jesaja 28:13 In-Context

11 Daarom zal Hij door belachelijke lippen, en door een andere tong tot dit volk spreken;

12 Tot dewelken Hij gezegd heeft: Dit is de rust, geeft den moeden rust, en dit is de verkwikking; doch zij hebben niet willen horen.

13 Zo zal hun het woord des HEEREN zijn; gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig; opdat zij heengaan, en achterwaarts vallen, en verbreken, en verstrikt en gevangen worden.

14 Daarom, hoort des HEEREN woord, gij bespotters, gij heersers over dit volk, dat te Jeruzalem is!

15 Omdat gijlieden zegt: Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende gesel doortrekken zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen ons tot een toevlucht gesteld, en onder de valsheid hebben wij ons verborgen.