Jesaja 36:20

20 Welke zijn ze onder al de goden dezer landen, die hun land uit mijn hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn hand zou redden?

Jesaja 36:20 Meaning and Commentary

Isaiah 36:20

Who are they amongst all the gods of these lands, that have
delivered their land out of my hand?
&c.] Not one of them, it is suggested; wherefore then should it be thought practicable, that the Lord should deliver Jerusalem out of my hand?
thus blasphemously setting the Lord God of Israel upon a level with the fictitious gods of the Gentiles; though these could not, the Lord could, being the Lord God Almighty. If Rabshakeh was an apostate Jew, he must have known better; but the malice of such is usually the greatest.

Jesaja 36:20 In-Context

18 Dat Hizkia ulieden niet verleide, zeggende: De HEERE zal ons redden; hebben de goden der volken, een ieder zijn land, gered uit de hand des konings van Assyrie?
19 Waar zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim? Hebben zij ook Samaria van mijn hand gered?
20 Welke zijn ze onder al de goden dezer landen, die hun land uit mijn hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn hand zou redden?
21 Doch zij zwegen stil, en antwoordden hem niet een woord; want het gebod des konings was, zeggende: Gij zult hem niet antwoorden.
22 Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot Hizkia met gescheurde klederen; en zij gaven hem de woorden van Rabsake te kennen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.