Jesaja 37:16

16 O HEERE der heirscharen, Gij, God van Israel, Die tussen de cherubim woont! Gij Zelf, Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde; Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt!

Jesaja 37:16 Meaning and Commentary

Isaiah 37:16

O Lord of hosts, God of Israel, that dwellest between the
cherubim
Or, "the inhabitant of the cherubim" ^F12; which were over the mercy seat, the residence of the Shechinah, or Majesty of God, the symbol of the divine Presence in the holy of holies; a title which the God of Israel, the Lord of armies in heaven, and earth bears, and distinguishes him from all other gods, and which several titles carry in them arguments to strengthen faith in prayer; being "the Lord of hosts", he was able to do whatsoever was desired, and more abundantly; being "the God of Israel", their covenant God, it might be hoped and expected he would protect and defend them; and sitting "between the cherubim", on the mercy seat, great encouragement might be had that he would be gracious and merciful, and hear and help: thou art the God, even thou alone, of all the kingdoms of the earth;
this is opposed to the conceit of Sennacherib, that he was only the God of the Jews, and had no concern with other kingdoms and nations; whereas all belong to him, and him only; they are all under his jurisdiction and dominion, and at his will and control: thou hast made heaven and earth;
and so has an indisputable right to the government of the whole world, and to the disposal of all things in it.

---

FOOTNOTES:

F12 (Mybrkh bvy) "cherubim inhabitator", Forerius.

Jesaja 37:16 In-Context

14 Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN; en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.

15 En Hizkia bad tot den HEERE, zeggende:

16 O HEERE der heirscharen, Gij, God van Israel, Die tussen de cherubim woont! Gij Zelf, Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde; Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt!

17 O HEERE! neig Uw oor en hoor, HEERE! doe Uw ogen open, en zie; en hoor al de woorden van Sanherib, die gezonden heeft om den levenden God te honen.

18 Waarlijk, HEERE! hebben de koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders derzelver landerijen verwoest;