Jesaja 37:2

2 Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, en Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren, met zakken bedekt, tot Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz;

Jesaja 37:2 Meaning and Commentary

Isaiah 37:2

And he sent Eliakim, who was over the household, and Shebna the
scribe
Two of the commissioners sent to Rabshakeh, and who heard his insolence and blasphemy, and were capable of giving a full account of it, to Isaiah the prophet: and the elders of the priests;
as the chief of those that were concerned in civil affairs, so the chief of those that were employed in sacred things, were sent: this was a very honourable embassy; and it was showing great respect to the prophet, to send such personages to him: covered with sackcloth;
as the king himself was, following his example; and this is to be understood not of the elders of the priests only, but of Eliakim and Shebna also. These, so clad, were sent by the king unto Isaiah the prophet, the son of Amoz;
to give him an account of the present situation of affairs, of the distress he was in, and to desire his prayers: a very proper person to apply to, a prophet, one highly dear to God, and honoured by him, had near access unto him, and knew much of his mind.

Jesaja 37:2 In-Context

1 En het geschiedde, als de koning Hizkia dat hoorde, zo scheurde hij zijn klederen, en bedekte zich met een zak, en ging in het huis des HEEREN.

2 Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, en Sebna, den schrijver, en de oudsten der priesteren, met zakken bedekt, tot Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz;

3 En zij zeiden tot hem: Alzo zegt Hizkia: Deze dag is een dag der benauwdheid, en der schelding, en der lastering; want de kinderen zijn gekomen tot aan de geboorte, en er is geen kracht om te baren.

4 Misschien zal de HEERE, uw God, horen de woorden van Rabsake, denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God te honen, en te schelden met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft; hef dan een gebed op voor het overblijfsel, dat gevonden wordt.

5 En de knechten van den koning Hizkia kwamen tot Jesaja.