Jesaja 37:7

7 Zie, Ik zal een geest in hem geven, dat hij een gerucht horen zal, en weder in zijn land keren; en Ik zal hem door het zwaard in zijn land vellen.

Jesaja 37:7 Meaning and Commentary

Isaiah 37:7

Behold, I will send a blast upon him
The king of Assyria; a pestilential one, as he afterwards did, which destroyed his army: or, I will put a spirit into him
^F19; a spirit of fear and dread, which will oblige him to desist from his purposes, and flee; though some interpret it only of an inclination, a will ^F20 in him, to return: it may be understood of an angel, a ministering spirit, and be rendered "I will send a spirit against him"; an angelic spirit, as he did, which cut off his army in one night: and he shall hear a rumour;
of the sudden and total destruction of his army; though some refer this to the rumour of the king of Ethiopia coming out to make war against him, ( Isaiah 37:9 ) , but upon this he did not return to his own land, nor was he slain with the sword, as follows: and return to his own land;
as he did, immediately upon the slaughter of his army by the angel: and I will cause him to fall by the sword in his own land:
as he did, being slain by his own sons, ( Isaiah 37:37 Isaiah 37:38 ) .

---

FOOTNOTES:

F19 (xwr wb Ntwn) "indam ei Spiritum", Junius & Tremellius, Piscator.
F20 So Ben Melech explains it by (Nwur) , "will", "desire", "purpose".

Jesaja 37:7 In-Context

5 En de knechten van den koning Hizkia kwamen tot Jesaja.

6 En Jesaja zeide tot hen: Zo zult gijlieden tot uw heer zeggen: Zo zegt de HEERE: Vrees niet voor de woorden, die gij gehoord hebt, waarmede Mij de dienaars des konings van Assyrie gelasterd hebben.

7 Zie, Ik zal een geest in hem geven, dat hij een gerucht horen zal, en weder in zijn land keren; en Ik zal hem door het zwaard in zijn land vellen.

8 Zo kwam Rabsake weder, en hij vond den koning van Assyrie strijdende tegen Libna; want hij had gehoord, dat hij van Lachis vertrokken was.

9 Als hij nu hoorde van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen: Hij is uitgetogen, om tegen u te strijden; toen hij zulks hoorde, zo zond hij weder boden tot Hizkia, zeggende: