Jesaja 48:12

12 Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israel, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste.

Jesaja 48:12 Meaning and Commentary

Isaiah 48:12

Hearken unto me, O Jacob and Israel, my called
Called before out of Egypt, and now out of Babylon, and who had the name of God called upon them, and who called upon the name of the Lord; so such who are called with a holy calling, according to the purpose and grace of God, by the Spirit and grace of Christ, unto fellowship with him, to partake of his grace here, and glory hereafter, are styled "the called of Jesus Christ", ( Romans 1:6 ) and who seems to be the person here speaking, as appears from the following clause: and it may be observed, that Jacob and Israel are described here in a different manner from what they are in the beginning of the chapter, since the Lord had declared his designs of grace towards them, and that he had chosen them, and would save them for his name's sake: which they had reason to believe he could and would do, from the account which he gives of himself: and they are called upon to hearken to him, as follows, I am he, I am the first, and I also am the last;
the everlasting I AM, the immutable Jehovah, the Alpha and Omega, the beginning and the ending, the first cause and last end of all things; phrases expressive of the self-existence, supremacy, eternity, and immutability of Christ, ( Revelation 1:8 Revelation 1:17 ) , and what is it that such a sovereign, eternal and unchangeable Being cannot do?

Jesaja 48:12 In-Context

10 Ziet, Ik heb u gelouterd, doch niet als zilver, Ik heb u gekeurd in den smeltkroes der ellende.
11 Om Mijnentwil, om Mijnentwil zal Ik het doen, want hoe zou Hij ontheiligd worden? en Ik zal Mijn eer aan geen ander geven.
12 Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israel, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste.
13 Ook heeft Mijn hand de aarde gegrond, en Mijn rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer Ik ze roep, staan zij daar te zamen.
14 Vergadert u, gij allen, en hoort; wie onder hen heeft deze dingen verkondigd? De HEERE heeft hem lief, Hij zal Zijn welbehagen tegen Babel doen, en Zijn arm zal tegen de Chaldeen zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.