Jesaja 61:7

7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben.

Jesaja 61:7 Meaning and Commentary

Isaiah 61:7

For your shame you shall have double
Or, "for your double shame" ^F2; instead of being a reproach, a proverb, a taunt, and a curse, as the Jews now are everywhere; being converted, they will have double honour, both in things civil and religious, be in great esteem with Christ, and all his people:

and for confusion they shall rejoice in their portion;
instead of the confusion and reproach they have long lain under; or of that they shall be thrown into, when first awakened and convinced of their sin, of unbelief and rejection of the Messiah; they shall rejoice in Christ their portion, and in all those spiritual blessings they will see themselves blessed with in him; they will now have the double portion of the firstborn, they once were, and to which there may be an allusion, as some think; or, as others, to the double portion of the spirit of Elijah on Elisha; they shall now have the spirit of grace and supplication poured upon them, and all the gifts and graces of the Spirit bestowed on them, all which will be cause of joy and rejoicing to them:

therefore in their land they shall possess the double;
not only in the land of the Gentiles, where they have suffered reproach, shall they have double honour; but in their own land, the land of Israel, to which they shall be restored; they shall enjoy great plenty of all kind of blessings, temporal and spiritual:

everlasting joy shall be unto them;
for after this they shall no more be carried captive, or be dispossessed either of their civil or religious privileges; see ( Isaiah 35:10 ) .

---

FOOTNOTES:

F2 (hnvm Mktmb txt) "pro pudore vestro duplici", Gataker, Vitringa; "loco pudoris vestri duplicis", Piscator.

Jesaja 61:7 In-Context

5 En uitlanders zullen staan, en uw kudden weiden; en vreemden zullen uw akkerlieden en uw wijngaardeniers zijn.

6 Doch gijlieden zult priesters des HEEREN heten, men zal u dienaren onzes Gods noemen; gij zult het vermogen der heidenen eten, en in hun heerlijkheid zult gij u roemen.

7 Voor uw dubbele schaamte en schande zullen zij juichen over hun deel; daarom zullen zij in hun land erfelijk het dubbele bezitten; zij zullen eeuwige vreugde hebben.

8 Want Ik, de HEERE, heb het recht lief, Ik haat den roof in het brandoffer, en Ik zal geven, dat hun werk in der waarheid zal zijn; en Ik zal een eeuwig verbond met hen maken.

9 En hun zaad zal onder de heidenen bekend worden, en hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen zien zullen, zullen hen kennen, dat zij zijn een zaad, dat de HEERE gezegend heeft.