Joël 1:14

14 Heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit, verzamelt de oudsten, en alle inwoners dezes lands, ten huize des HEEREN, uws Gods, en roept tot den HEERE.

Joël 1:14 Meaning and Commentary

Joel 1:14

Sanctify yea a fast
This is spoken to the priests, whose business it was to appoint a fast, as the Targum renders it; or to set apart a time for such religious service, as the word signifies; and to keep it holy themselves, and see that it was so kept by others: Kimchi interprets it, prepare the people for a fast; give them notice of it, that they may be prepared for it: call a solemn assembly;
of all the people of the land later mentioned: or, "proclaim a restraint" F23; a time of ceasing, as a fast day should be from all servile work, that attendance may be given to the duties of it, prayer and humiliation: gather the elders:
meaning not those in age, but in office: [and] all the inhabitants of the land;
not the magistrates only, though first and principally, as examples, who had been deeply concerned in guilt; but the common people also, even all of them: [into] the house of the Lord your God;
the temple, the court of the Israelites, where they were to go and supplicate the Lord, when such a calamity as this of locusts and caterpillars were upon them; and where they might hope the Lord would hear them, and remove his judgments from them, ( 1 Kings 8:37 ) ; and cry unto the Lord;
in prayer, with vehemence and earnestness of soul.


FOOTNOTES:

F23 (hrue warq) "vocate retentionem", Montanus; "proclamate diem interdicti", Junius & Tremellius, Heb. "interdictum", Piscator; "edicite coetum cum cessatione", Cocceius.

Joël 1:14 In-Context

12 De wijnstok is verdord, de vijgeboom is flauw; de granaatappelboom, ook de palmboom en appelboom; alle bomen des velds zijn verdord; ja de vrolijkheid is verdord van de mensenkinderen.
13 Omgordt u, en rouwklaagt, gij priesters! huilt, gij dienaars des altaars! gaat in, vernacht in zakken, gij dienaars mijns Gods! want spijsoffer en drankoffer is geweerd van het huis uws Gods.
14 Heiligt een vasten, roept een verbodsdag uit, verzamelt de oudsten, en alle inwoners dezes lands, ten huize des HEEREN, uws Gods, en roept tot den HEERE.
15 Ach, die dag! want de dag des HEEREN is nabij, en zal als een verwoesting komen van den Almachtige.
16 Is niet de spijze voor onze ogen afgesneden? Blijdschap en verheuging van het huis onzes Gods?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.