5
Jezus nu had Martha, en haar zuster, en Lazarus lief.
6
Als Hij dan gehoord had, dat hij krank was, toen bleef Hij nog twee dagen in de plaats, waar Hij was.
7
Daarna zeide Hij verder tot de discipelen: Laat ons wederom naar Judea gaan.
8
De discipelen zeiden tot Hem: Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te stenigen, en gaat Gij wederom derwaarts?
9
Jezus antwoordde: Zijn er niet twaalf uren in den dag? Indien iemand in den dag wandelt, zo stoot hij zich niet, overmits hij het licht dezer wereld ziet;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.