Jozua 10:20

20 En het geschiedde, toen Jozua en de kinderen Israels geeindigd hadden hen met een zeer groten slag te slaan, totdat zij vernield waren, en dat de overgeblevenen, die van hen overgebleven waren, in de vaste steden gekomen waren;

Jozua 10:20 Meaning and Commentary

Joshua 10:20

And it came to pass, when Joshua and the children of Israel,
&c.] Joshua seems to have pitched his camp at Makkedah, while the rest of his army pursued the fleeing Canaanites, and when he and they were at different places:

had made an end of slaying them with a very great slaughter, till they
were consumed:
and not to be seen in any large bodies, but scattered here and there:

that the rest [which] remained of them entered into fenced cities;
to which they belonged, and which were afterwards taken, as related in the latter part of this chapter, ( Joshua 10:28-42 ) .

Jozua 10:20 In-Context

18 Zo zeide Jozua: Wentelt grote stenen voor den mond der spelonk, en stelt mannen daarvoor om hen te bewaren.
19 Maar staat gijlieden niet stil, jaagt uw vijanden achterna, en slaat hen in den staart; laat hen in hun steden niet komen; want de HEERE, uw God, heeft ze in uw hand gegeven.
20 En het geschiedde, toen Jozua en de kinderen Israels geeindigd hadden hen met een zeer groten slag te slaan, totdat zij vernield waren, en dat de overgeblevenen, die van hen overgebleven waren, in de vaste steden gekomen waren;
21 Zo keerde al het volk tot Jozua in het leger, bij Makkeda, in vrede; niemand had zijn tong tegen de kinderen Israels geroerd.
22 Daarna zeide Jozua: Opent den mond der spelonk, en brengt tot mij uit die vijf koningen, uit die spelonk.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.