Jozua 22:2

2 En hij zeide tot hen: Gijlieden hebt onderhouden alles, wat u Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft; en gij zijt mijner stem gehoorzaam geweest in alles, wat ik u geboden heb.

Jozua 22:2 Meaning and Commentary

Joshua 22:2

And said unto them, ye have kept all that Moses the servant of
the Lord commanded you
Which was, that they should leave their wives and children, and flocks, and herds, behind them in the land of Gilead, and pass over Jordan, with their brethren the children of Israel armed, and fight with them, and for them, until the Canaanites were subdued, and not return until their brethren were peaceably settled in the possession of their inheritances; all which they had punctually observed, and inviolably kept, as they agreed to, ( Numbers 32:1-42 ) ;

and have obeyed my voice in all that I commanded you;
as the generalissimo and commander in chief of the Israelitish forces; as what rank and position to be in, what part to take in an engagement, what attack to make, when and where, or on what expedition to go; wherever he ordered them to go, they went; and upon whatsoever and wheresoever he sent them, they readily and cheerfully obeyed, as they promised, ( Joshua 1:16 Joshua 1:17 ) ; and approved themselves as good soldiers under him; for all which he commends them, and gives them military honour.

Jozua 22:2 In-Context

1 Toen riep Jozua de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse,

2 En hij zeide tot hen: Gijlieden hebt onderhouden alles, wat u Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft; en gij zijt mijner stem gehoorzaam geweest in alles, wat ik u geboden heb.

3 Gij hebt uw broederen niet verlaten nu langen tijd, tot op dezen dag toe; maar gij hebt waargenomen de onderhouding der geboden van den HEERE, uw God.

4 En nu, de HEERE, uw God, heeft uw broederen rust gegeven, gelijk Hij hun toegezegd had; keert dan nu wederom, en gaat gij naar uw tenten, naar het land uwer bezitting, hetwelk u Mozes, de knecht des HEEREN, gegeven heeft op gene zijde van de Jordaan.

5 Alleenlijk neemt naarstiglijk waar te doen het gebod en de wet, die u Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft, dat gij den HEERE, uw God, liefhebt, en dat gij wandelt in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt, en Hem aanhangt, en dat gij Hem dient met uw ganse hart en met uw ganse ziel.