Jozua 24:30

30 En zij begroeven hem in de landpale zijns erfdeels, te Timnath-Serah, welke is op een berg van Efraim, aan het noorden van den berg Gaas.

Jozua 24:30 Meaning and Commentary

Joshua 24:30

And they buried him in the border of his inheritance
In a field belonging to his estate; for they buried not in towns and cities in those times. The Greek version adds,

``and they put into the tomb, in which he was buried, the stone knives with which he circumcised the children of Israel at Gilgal, when he brought them out of Egypt;''

and an Arabic writer ^F5 affirms the same, but without any foundation:

in Timnathserah, which [is] in Mount Ephraim;
which was his city, and where he dwelt; and of which (See Gill on Joshua 19:50); and his grave was near the city; here, they say ^F6, his father Nun, and Caleb also, were buried:

on the north side of the hill of Gaash;
of the brooks or valleys of Gnash mention is made in ( 2 Samuel 23:30 ) ; which very probably were at the bottom of this hill.

---

FOOTNOTES:

F5 Patricides, p. 31. apud Hottinger. Smegma, p. 523.
F6 Cippi Heb. p. 32.

Jozua 24:30 In-Context

28 Toen zond Jozua het volk weg, een ieder naar zijn erfdeel.

29 En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, stierf, oud zijnde honderd en tien jaren.

30 En zij begroeven hem in de landpale zijns erfdeels, te Timnath-Serah, welke is op een berg van Efraim, aan het noorden van den berg Gaas.

31 Israel nu diende den HEERE al de dagen van Jozua, en al de dagen van de oudsten, die lang na Jozua leefden, en die al het werk des HEEREN wisten, hetwelk Hij aan Israel gedaan had.

32 Zij begroeven ook de beenderen van Jozef, die de kinderen Israel uit Egypte opgebracht hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht had van de kinderen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds, want zij waren aan de kinderen van Jozef ter erfenis geworden.