Jozua 3:6

6 Desgelijks sprak Jozua tot de priesters, zeggende: Neemt de ark des verbonds op, en gaat door voor het aangezicht van dit volk. Zij dan namen de ark des verbonds op, en zij gingen voor het aangezicht des volks.

Jozua 3:6 Meaning and Commentary

Joshua 3:6

And Joshua spoke unto the priests
On the morrow, that is, on the tenth day of the month, the day on which they went over Jordan:

saying, take up the ark of the covenant;
in which the law was put, which was the covenant between God and the people, from whence the ark had this name; and in which it was typical of Christ, in whom both the law, the covenant of works, was fulfilled, and with whom the covenant of grace was made; who is the Mediator; surety, and messenger of it, and in whom all the blessings and promises of it are, and with whom it is, and will be kept for evermore: the ark, the priests were ordered to take up and bear on their shoulders; for no other way might they carry it; these typified the ministers of Christ who bear his name, his Gospel in the world, see ( Acts 9:15 ) ;

and pass over before the people;
over the river Jordan, to direct them in the way through it, and encourage them to follow them:

and they took up the ark of the covenant, and went before the people;
from the place where they had lodged the night before to the brink of the river.

Jozua 3:6 In-Context

4 Dat er nochtans ruimte zij tussen ulieden en tussen dezelve, bij de twee duizend ellen in de maat; en nadert tot dezelve niet; opdat gij dien weg wetet, dien gij gaan zult; want gijlieden zijt door dien weg niet gegaan gisteren en eergisteren.

5 Jozua zeide ook tot het volk: Heiligt u! want morgen zal de HEERE wonderheden in het midden van ulieden doen.

6 Desgelijks sprak Jozua tot de priesters, zeggende: Neemt de ark des verbonds op, en gaat door voor het aangezicht van dit volk. Zij dan namen de ark des verbonds op, en zij gingen voor het aangezicht des volks.

7 Want de HEERE had tot Jozua gezegd: Dezen dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen van gans Israel, opdat zij weten, dat Ik met u zijn zal, gelijk als Ik met Mozes geweest ben.

8 Gij dan zult den priesteren, die de ark des verbonds dragen, gebieden, zeggende: Wanneer gijlieden komt tot aan het uiterste van het water van de Jordaan, staat stil in de Jordaan.