Leviticus 22:20

20 Gij zult niet offeren iets, waarin een gebrek is; want het zou niet aangenaam zijn voor u.

Leviticus 22:20 Meaning and Commentary

Leviticus 22:20

For whatsoever hath a blemish, that shall ye not offer
Which is the general rule, the particulars of which are after given, and which has been imitated by the Heathens. The Egyptians, as they only sacrificed the males of beeves, so they were very curious in examining them, that they might be entirely pure and perfect F19; and it was a custom among the Romans, that such sheep should be chosen for sacrifice, in which there was nothing wanting F20; and so, among the Grecians, Homer F21 speaks of perfect goats offered in sacrifice to appease the gods: for it shall not be acceptable for you;
be grateful to God, and accepted by him on their account, if blemished; see ( Malachi 1:13 Malachi 1:14 ) .


FOOTNOTES:

F19 Heredot. Euterpe, sive, l. 2. c. 38.
F20 Servius in Virgil. Aeneid. l. 4.
F21 Iliad. 1. ver. 66.

Leviticus 22:20 In-Context

18 Spreek tot Aaron, en tot zijn zonen, en tot al de kinderen Israels, en zeg tot hen: Zo wie uit het huis van Israel, en uit de vreemdelingen in Israel is, die zijn offerande zal offeren naar al hun geloften, en naar al hun vrijwillige offeren, die zij den HEERE ten brandoffer zullen offeren;
19 Het zal naar uw welgevallen zijn, een volkomen mannetje, van de runderen, van de lammeren, of van de geiten.
20 Gij zult niet offeren iets, waarin een gebrek is; want het zou niet aangenaam zijn voor u.
21 En als iemand een dankoffer den HEERE zal offeren, uitzonderende van de runderen of van de schapen een gelofte, of vrijwillig offer, het zal volkomen zijn, opdat het aangenaam zij; geen gebrek zal daarin zijn.
22 Het blinde, of gebrokene, of verlamde, of wratte, of droge schurftheid, of etterige schurftheid hebbende, deze zult gij den HEERE niet offeren, en daarvan zult gij den HEERE geen vuuroffer op het altaar geven.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.