Lukas 8:2

2 En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, namelijk Maria, genaamd Magdalena, van welke zeven duivelen uitgegaan waren;

Lukas 8:2 Meaning and Commentary

Luke 8:2

And certain women which had been healed of evil spirits,
&c.] Of devils, who had possessed them, and were healed by Christ, dispossessing them; (See Gill on Luke 7:21).

and infirmities:
various diseases of body: some were dispossessed of devils, and others freed from bodily disorders; of the first sort was

Mary Magdalene, out of whom went seven devils:
by the order of Christ, for he cast them out, ( Mark 16:9 ) and which shows, that this is to be understood, in a literal sense, of devils, and the dispossession of them by Christ; and not in a figurative sense, of vices, and the expulsion of them by the power of divine grace; for this same phrase is used where real dispossessions are intended: nor need it be thought strange that seven devils should be in one person, when, in this same chapter, we read of a legion in one man, and which also Christ cast out, ( Luke 8:30 Luke 8:33 Luke 8:35 ) . This woman seems to be a different person from her spoken of in the latter part of the preceding chapter, seeing this looks as if it was the first time of her being taken notice of by this evangelist, and is described by a different character. She is called "Magdalene", to distinguish her from others of the same name; the reason of which (See Gill on Matthew 27:56). She is said ^F4 to be a widow, and so not being bound to an husband, was at leisure to follow Christ.

---

FOOTNOTES:

F4 Jerom in Mar. xv. 40.

Lukas 8:2 In-Context

1 En het geschiedde daarna, dat Hij reisde van de ene stad en vlek tot de andere, predikende en verkondigende het Evangelie van het Koninkrijk Gods; en de twaalven waren met Hem;

2 En sommige vrouwen, die van boze geesten en krankheden genezen waren, namelijk Maria, genaamd Magdalena, van welke zeven duivelen uitgegaan waren;

3 En Johanna, de huisvrouw van Chusas, den rentmeester van Herodes, en Susanna, en vele anderen, die Hem dienden van haar goederen.

4 Als nu een grote schare bijeenvergaderde, en zij van alle steden tot Hem kwamen, zo zeide Hij door gelijkenis:

5 Een zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien; en als hij zaaide, viel het ene bij den weg, en werd vertreden, en de vogelen des hemels aten dat op.