Lukas 8:26

26 En zij voeren voort naar het land der Gadarenen, hetwelk is tegenover Galilea.

Lukas 8:26 Meaning and Commentary

Luke 8:26

And they arrived at the country of the Gadarenes
In ( Matthew 8:28 ) it is called the country of the Gergesenes, (See Gill on Matthew 8:28) as it is here, in the Arabic and Ethiopic versions; and "of the Gerasenes", in the Vulgate Latin; but the Syriac and Persic versions read, "of the Gadarenes", as in ( Mark 5:1 ) . (See Gill on Mark 5:1).

which is over against Galilee:
from whence the ship launched, and Christ and his disciples came.

Lukas 8:26 In-Context

24 En zij gingen tot Hem, en wekten Hem op, zeggende: Meester, Meester, wij vergaan! en Hij, opgestaan zijnde, bestrafte den wind en de watergolven, en zij hielden op, en er werd stilte.
25 En Hij zeide tot hen: Waar is uw geloof? Maar zij, bevreesd zijnde, verwonderden zich, zeggende tot elkander: Wie is toch Deze, dat Hij ook de winden en het water gebiedt, en zij zijn Hem gehoorzaam?
26 En zij voeren voort naar het land der Gadarenen, hetwelk is tegenover Galilea.
27 En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van over langen tijd met duivelen was bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed, en bleef in geen huis, maar in de graven.
28 En hij, Jezus ziende, en zeer roepende, viel voor Hem neder, en zeide met een grote stem: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten, ik bid U, dat Gij mij niet pijnigt!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.