Mattheüs 11:2

2 En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen;

Mattheüs 11:2 Meaning and Commentary

Matthew 11:2

Now when John had heard in the prison
The person here spoken of is John the Baptist, the forerunner of Christ, who was now in the prison of Machaerus; being put there by Herod, for his reproving him for taking Herodias, his brother Philip's wife; and whilst he was there, an account was brought him by his own disciples, see ( Luke 7:18 ) of

the works of Christ,
the miracles he wrought; as the healing of the centurion's servant, the raising from the dead the widow's son of Nain, and the like; upon hearing of which,

he sent two of his disciples,
who might be the most prejudiced against Christ, because of the increase of his followers, and the decrease of their master's; and because he did not live such an austere life as John did; and who, notwithstanding all that they had heard, and their master had told them of Jesus, were not easily persuaded that he was the true Messiah. Moreover, two of them were sent, both because it was more honourable to Christ, and that they might be proper witnesses of what they saw and heard; and since it was not so much for himself, as for the sake of his disciples, that these messengers were sent.

Mattheüs 11:2 In-Context

1 En het is geschied, toen Jezus geeindigd had Zijn twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden.

2 En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen;

3 En zeide tot hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen?

4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet:

5 De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd.