Mattheüs 19:23

23 En Jezus zeide tot Zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan.

Mattheüs 19:23 Meaning and Commentary

Matthew 19:23

Then said Jesus unto his disciples.
&c.] When the young man was gone; taking this opportunity to make some proper observations for the use and instruction of his disciples, after, as Mark observes, he had "looked round about"; with concern, and in order to affect their minds with this incident, and to raise their attention to what he was about to say:

verily I say unto you, that a rich man shall hardly enter into the
kingdom of heaven:
either into the Gospel dispensation, and receive the truths, and submit to the ordinances of it, or into the kingdom of glory hereafter; not but that there have been, are, and will be, some that are rich, called by grace, brought into a Gospel church state, and are heirs of the kingdom of heaven; though these are but comparatively few: nor is it riches themselves that make the entrance so difficult, and clog the way, either into grace or glory, but putting trust and confidence in them; and therefore in Mark, they "that have riches", are by Christ explained of such, that "trust in riches"; and which rich men in common are very apt to do, as this young man did, against which the apostle cautions, ( 1 Timothy 6:17 )

Mattheüs 19:23 In-Context

21 Jezus zeide tot hem: Zo gij wilt volmaakt zijn, ga heen, verkoop wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in de hemel; en kom herwaarts, volg Mij.

22 Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen.

23 En Jezus zeide tot Zijn discipelen: Voorwaar, Ik zeg u, dat een rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal ingaan.

24 En wederom zeg Ik u: Het is lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods.

25 Zijn discipelen nu, dit horende, werden zeer verslagen, zeggende: Wie kan dan zalig worden?