Numberi 11:23

23 Doch de HEERE zeide tot Mozes: Zou dan des HEEREN hand verkort zijn? Gij zult nu zien, of Mijn woord u wedervaren zal, of niet.

Numberi 11:23 Meaning and Commentary

Numbers 11:23

And the Lord said unto Moses
In answer to his objection, without upbraiding him with his sin of unbelief:

is the Lord's hand waxed short?
or his power diminished since the creation, when he formed all things out of nothing, and what is it then he is not able to do? or since he wrought the wonders in Egypt, divided the Red sea, rained down manna from heaven, and smote the rock at Horeb, from whence waters flowed sufficient for all this people, and their flocks and herds; and he that did all this could give them flesh that would suffice them a whole month, see ( Isaiah 59:1 ) ;

thou shall see now whether my words shall come to pass unto thee or
no;
whether I am able to make good my promise; a short time will decide it, it shall be seen presently whether I am and will do what I have said.

Numberi 11:23 In-Context

21 En Mozes zeide: Zeshonderd duizend te voet is dit volk, in welks midden ik ben; en Gij hebt gezegd: Ik zal hun vlees geven, en zij zullen een gehele maand eten!

22 Zullen dan voor hen schapen en runderen geslacht worden, dat voor hen genoeg zij? zullen al de vissen der zee voor hen verzameld worden, dat voor hen genoeg zij?

23 Doch de HEERE zeide tot Mozes: Zou dan des HEEREN hand verkort zijn? Gij zult nu zien, of Mijn woord u wedervaren zal, of niet.

24 En Mozes ging uit, en sprak de woorden des HEEREN tot het volk; en hij verzamelde zeventig mannen uit de oudsten des volks, en stelde hen rondom de tent.

25 Toen kwam de HEERE af in de wolk, en sprak tot hem, en afzonderende van den Geest, die op hem was, legde Hem op de zeventig mannen, die oudsten; en het geschiedde, als de Geest op hen rustte, dat zij profeteerden, maar daarna niet meer.