Numberi 18:8

8 Voorts sprak de HEERE tot Aaron: En Ik, zie, Ik heb u gegeven de wacht Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israels heb Ik ze u gegeven, om der zalving wil, en aan uw zonen, tot een eeuwige inzetting.

Numberi 18:8 Meaning and Commentary

Numbers 18:8

And the Lord spake unto Aaron
Having pointed out to him the duty of his office, he now informs him of the perquisites of it; or having told him what was his work, now what his wages, or what was his service, and now his maintenance: behold, I also have given thee the charge of my heave offerings, of
all the hallowed things of the children of Israel;
such as the heave shoulder and wave breast, and firstfruits, and all other holy things in general, such as were the most holy things; as in ( Numbers 18:9 ) ; and the lighter holy things, as the Jews call them, ( Numbers 18:11 ) ; the charge of these was given to keep for themselves, and for their families: unto thee have I given them by reason of the anointing:
because of his office as a priest, to which he was consecrated by anointing: and to thy sons by an ordinance for ever;
see ( Leviticus 7:34-36 ) .

Numberi 18:8 In-Context

6 Want Ik, zie, Ik heb uw broederen, de Levieten, uit het midden der kinderen Israels genomen; zij zijn ulieden een gave, gegeven den HEERE, om den dienst van de tent der samenkomst te bedienen.
7 Maar gij, en uw zonen met u, zult ulieder priesterambt waarnemen in alle zaken des altaars, en in hetgeen van binnen den voorhang is, dat zult gijlieden bedienen; uw priesterambt geve Ik u tot een dienst van een geschenk; en de vreemde, die nadert, zal gedood worden.
8 Voorts sprak de HEERE tot Aaron: En Ik, zie, Ik heb u gegeven de wacht Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israels heb Ik ze u gegeven, om der zalving wil, en aan uw zonen, tot een eeuwige inzetting.
9 Dit zult gij hebben van de heiligheid der heiligheden, uit het vuur: al hun offeranden, met al hun spijsoffer, en met al hun zondoffer, en met al hun schuldoffer, dat zij Mij zullen wedergeven; het zal u en uw zonen een heiligheid der heiligheden zijn.
10 Aan het allerheiligste zult gij dat eten; al wat mannelijk is zal dat eten; het zal u een heiligheid zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.