Numberi 36:7

7 Zo zal de erfenis van de kinderen Israels niet omgewend worden van stam tot stam; want de kinderen Israels zullen aanhangen, een ieder aan de erfenis van den stam zijner vaderen.

Numberi 36:7 Meaning and Commentary

Numbers 36:7

So shall not the inheritance of the children of Israel remove
from tribe to tribe
Which shows that this concerns all the tribes of Israel, though yet not fully expressed, as it is afterwards:

for everyone of the children of Israel shall keep himself to the
inheritance of the tribe of his fathers;
or cleave ^F1 to a wife in that tribe for marriage; this word is used in the original institution of it, ( Genesis 2:24 ) though they were not strictly obliged to marry in their own tribe; and frequently they did intermarry with other tribes, which, had it been unlawful, would not have been done, as it was by kings, and priests, and others; nor was there any danger of an inheritance going into another tribe by a man's marrying into it; wherefore this signifies only, that they were to be careful to keep their inheritances in their tribe; and therefore if any of them had no sons, only daughters, he was to marry them in his own tribe and family, that the inheritance might not remove, as follows

---

FOOTNOTES:

F1 (wqbdy) "adhaerebunt", Montanus, Vatablus, Junius & Tremellius.

Numberi 36:7 In-Context

5 Toen gebood Mozes den kinderen Israels, naar des HEEREN mond, zeggende: De stam der kinderen van Jozef spreekt recht.

6 Dit is het woord, dat de HEERE van de dochteren van Zelafead geboden heeft, zeggende: Laat zij dien tot vrouwen worden, die in haar ogen goed zal zijn; alleenlijk, dat zij aan het geslacht van haars vaders stam tot vrouwen worden.

7 Zo zal de erfenis van de kinderen Israels niet omgewend worden van stam tot stam; want de kinderen Israels zullen aanhangen, een ieder aan de erfenis van den stam zijner vaderen.

8 Voorts zal elke dochter, die een erfenis erft, van de stammen der kinderen Israels, ter vrouw worden aan een van het geslacht van den stam haars vaders; opdat de kinderen Israels erfelijk bezitten, een ieder de erfenis zijner vaderen.

9 Zo zal de erfenis niet omgewend worden van den enen stam tot den anderen; want de stammen der kinderen Israels zullen aanhangen, een ieder aan zijn erfenis.