Openbaring 3:11

11 Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.

Openbaring 3:11 Meaning and Commentary

Revelation 3:11

Behold, I come quickly
To bring on this hour of temptation on the reformed churches, which will be at the beginning of this period; to help and deliver, save and preserve the truly godly among them; to destroy antichrist, and introduce the latter day glory:

hold that fast which thou hast;
either her grace in the exercise of it, as her faith, patience or rather the doctrines of the Gospel, and the ordinances of it, which she had received, as delivered by Christ and his apostles: and which she had held in the truth and purity of them, and is now exhorted to hold them fast, since this hour of temptation would be a trying time to her faith, patience, integrity, and constancy:

that no man take thy crown;
not eternal happiness, called a crown of life, glory, and righteousness, and which was prepared for her, and promised to her, and would be certainly given her; nor was there any danger of another's taking it from her; not but that exhortations of this kind to the saints are necessary, with respect to that, to excite to diligence, care, and watchfulness; and are no ways contrary to their final perseverance, and certain salvation, but are means thereof: but either her honour for her faith and faithfulness, for her integrity, sincerity, and purity, is here meant; or the glorious things which were spoken of this church state, and to be accomplished in it, ( Psalms 87:3 ) ; see ( Isaiah 60:1-22 ) .

Openbaring 3:11 In-Context

9 Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb.

10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.

11 Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.

12 Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam.

13 Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.