Psalmen 37:21

21 Lamed. De goddeloze ontleent en geeft niet weder; maar de rechtvaardige ontfermt zich, en geeft.

Psalmen 37:21 Meaning and Commentary

Psalms 37:21

The wicked borroweth, and payeth not again
While the wicked live, they are scandalous; they live by borrowing, which was always reckoned mean; see ( Deuteronomy 28:12 Deuteronomy 28:44 ) ( Proverbs 22:7 ) ; and what is worse, as they borrow, they do not design to repay; they take no care nor thought about that, but live upon what they borrow: for this either expresses their incapacity that they cannot pay; or the evil disposition of their mind, which rather seems to be the sense, that they will not pay;

but the righteous showeth mercy, and giveth;
which not only argues capacity and ability, but a kind, merciful, and tender spirit to persons in distress, and is expressive of a generous action.

Psalmen 37:21 In-Context

19 Zij zullen niet beschaamd worden in den kwade tijd, en in de dagen des hongers zullen zij verzadigd worden.

20 Caph. Maar de goddelozen zullen vergaan, en de vijanden des HEEREN zullen verdwijnen, als het kostelijkste der lammeren; met den rook zullen zij verdwijnen.

21 Lamed. De goddeloze ontleent en geeft niet weder; maar de rechtvaardige ontfermt zich, en geeft.

22 Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden.

23 Mem. De gangen deszelven mans worden van den HEERE bevestigd; en Hij heeft lust aan zijn weg.