Psalmen 66:19

19 Maar zeker, God heeft gehoord; Hij heeft gemerkt op de stem mijns gebeds.

Psalmen 66:19 Meaning and Commentary

Psalms 66:19

[But] verily God hath heard [me]
So that it was a plain case that he had not regarded iniquity in his heart; had not lived a vicious course of life, nor was an hypocrite; otherwise God would not have heard his prayer; whereas he had, and which is confirmed in the following clause;

he hath attended to the voice of my prayer;
which is an instance of the grace and condescension of God, and showed in what high favour the psalmist was with the Lord, and what regard he had unto him; and therefore could not be the man his enemies represented him to be.

Psalmen 66:19 In-Context

17 Ik riep tot Hem met mijn mond, en Hij werd verhoogd onder mijn tong.

18 Had ik naar ongerechtigheid met mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben.

19 Maar zeker, God heeft gehoord; Hij heeft gemerkt op de stem mijns gebeds.

20 Geloofd zij God, Die mijn gebed niet heeft afgewend, noch Zijn goedertierenheid van mij.