Richtere 1:2

2 En de HEERE zeide: Juda zal optrekken; ziet, Ik heb dat land in zijn hand gegeven.

Richtere 1:2 Meaning and Commentary

Judges 1:2

And the Lord said
By an articulate voice, which it is probable was the usual way of answering by Urim and Thummim:

Judah shall go up;
not Judah in person, who was long ago dead, but the tribe of Judah; it was the will of the Lord that that tribe should engage first with the Canaanites, being the principal one, and the most numerous, powerful, and valiant, and perhaps had the greatest number of Canaanites among them; and who succeeding, would inspire the other tribes with courage, and fill their enemies with a panic:

behold, I have delivered the land into his hands;
that part of it which belonged to that tribe as yet unsubdued, the conquest of which they are assured of for their encouragement.

Richtere 1:2 In-Context

1 En het geschiedde na den dood van Jozua, dat de kinderen Israels den HEERE vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken naar de Kanaanieten, om tegen hen te krijgen?

2 En de HEERE zeide: Juda zal optrekken; ziet, Ik heb dat land in zijn hand gegeven.

3 Toen zeide Juda tot zijn broeder Simeon: Trek met mij op in mijn lot, en laat ons tegen de Kanaanieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot. Alzo toog Simeon op met hem.

4 En Juda toog op, en de HEERE gaf de Kanaanieten en de Ferezieten in hun hand; en zij sloegen hen bij Bezek, tien duizend man.

5 En zij vonden Adoni-Bezek te Bezek, en streden tegen hem; en zij sloegen de Kanaanieten en de Ferezieten.