Richtere 10:15

15 Maar de kinderen Israels zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage!

Richtere 10:15 Meaning and Commentary

Judges 10:15

And the children of Israel said unto the Lord, we have sinned,
&c.] By serving other gods particularly; and they seemed to have a true sense of their sin, and their confessions of it to be ingenuous, by what follows:

do thou unto us whatsoever seemeth good unto thee;
inflict what punishment he would upon them, as famine or pestilence, they could not but own it would be just and righteous, and what their sins deserved:

deliver us only, we pray thee, this day;
out of the hands of men; they chose rather to fall into the hands of God; and however he thought fit to deal with them, they entreated that this once he would save them out of the hands of their enemies.

Richtere 10:15 In-Context

13 Nochtans hebt gij Mij verlaten, en andere goden gediend; daarom zal Ik u niet meer verlossen.

14 Gaat henen, roept tot de goden, die gij verkoren hebt; laten die u verlossen, ter tijd uwer benauwdheid.

15 Maar de kinderen Israels zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage!

16 En zij deden de vreemde goden uit hun midden weg, en dienden den HEERE. Toen werd Zijn ziel verdrietig over den arbeid van Israel.

17 En de kinderen Ammons werden bijeengeroepen, en legerden zich in Gilead; daarentegen werden de kinderen Israels vergaderd, en legerden zich te Mizpa.