Romeinen 2:19

19 En gij betrouwt uzelven te zijn een leidsman der blinden, een licht dergenen, die in duisternis zijn;

Romeinen 2:19 Meaning and Commentary

Romans 2:19

And art confident that thou thyself
Being vainly puffed up in, their fleshly minds, they were strongly persuaded that they were very fit persons to be

a guide to the blind:
all men are by nature blind, as to the knowledge of divine and spiritual things; the meaner sort of the people among the Jews seem to be intended here; or else the ignorant Gentiles, whom the Jews were very fond of making proselytes to their religion and laws; but miserable guides were they, whether to their own people, or others; blind guides of the blind. Gospel ministers best deserve this title:

a light of them that are in darkness;
so Christ, John the Baptist, the disciples of Christ, and all Gospel ministers are; but these men, who arrogated such characters to themselves, were dim lights, and dark lanterns. The apostle seems to have respect to those very high and exalted characters the Jews give of their doctors, as when they call one, (arwhnd anyuwb) , "the lamp of light" ^F23; another, (avydq) (anyuwb) , "the holy lamps" ^F24; and a third, (larvy rn) , "the lamp of Israel" ^F25; with many others of the same kind; (See Gill on Matthew 5:14) and (See Gill on John 5:35).

---

FOOTNOTES:

F23 T. Bab. Cetubot, fol. 17. 1.
F24 Zohar passim.
F25 T. Bab. Beracot, fol. 28. 2.

Romeinen 2:19 In-Context

17 Zie, gij wordt een Jood genaamd en rust op de wet; en roemt op God,

18 En gij weet Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen, zijnde onderwezen uit de wet;

19 En gij betrouwt uzelven te zijn een leidsman der blinden, een licht dergenen, die in duisternis zijn;

20 Een onderrichter der onwijzen, en een leermeester der onwetenden, hebbende de gedaante der kennis en der waarheid in de wet.

21 Die dan een anderen leert, leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt gij?