Romeinen 3:6

6 Dat zij verre, anderszins hoe zal God de wereld oordelen?

Romeinen 3:6 Meaning and Commentary

Romans 3:6

God forbid, for then how shall God judge the world?
] (hlylx) , "far be it"; such a notion is detestable and abominable, nor can it be fairly deduced from what is asserted; for it is the unrighteousness of his own people, on whom he takes no vengeance personally, and not the unrighteousness of others, on whom he does take vengeance, which commends his righteousness; and supposing it was that of others, God cannot be unrighteous in performing his threatenings, in a way of righteousness: moreover, unrighteousness is sin, and does not of itself but by accident, illustrate the righteousness of God; wherefore God is not unjust in punishing it; for how should God "judge the world?" whereas nothing is more certain than that he will do it, and that this will be done in righteousness; which could not be, was he unrighteous in taking vengeance; which will be one considerable part of that righteous judgment.

Romeinen 3:6 In-Context

4 Dat zij verre. Doch God zij waarachtig, maar alle mens leugenachtig; gelijk als geschreven is: Opdat Gij gerechtvaardigd wordt in Uw woorden, en overwint, wanneer Gij oordeelt.

5 Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar den mens.)

6 Dat zij verre, anderszins hoe zal God de wereld oordelen?

7 Want indien de waarheid Gods door mijn leugen overvloediger is geworden, tot Zijn heerlijkheid, wat word ik ook nog als een zondaar geoordeeld?

8 En zeggen wij niet liever (gelijk wij gelasterd worden, en gelijk sommigen zeggen, dat wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome? Welker verdoemenis rechtvaardig is.