Spreuken 13:20

20 Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.

Spreuken 13:20 Meaning and Commentary

Proverbs 13:20

He that walketh with wise [men] shall be wise
Who is a companion of them that fear the Lord; converses frequently with them in private about spiritual and experimental things, and walks with them in public in all the commandments and ordinances of the Lord; he by those means grows wiser and wiser, gains a large stock of spiritual knowledge and experience; for this holds good both in natural and spiritual wisdom, a man of any capacity at all will improve by keeping wise company; but a companion of fools shall be destroyed;
the Vulgate Latin version renders it, "shall become like them"; be a fool as they are, and grow still more and more foolish. The Septuagint version is, "shall be known"; known by the company he keeps to be a fool also: or rather, "shall be broken" F20; ruined and destroyed, "evil communications corrupt good manners", ( 1 Corinthians 15:33 ) , and so bring to ruin and destruction.


FOOTNOTES:

F20 (ewry) "conteretur", Pagninus, Montanus, Piscator, Mercerus, Gejerus; "conquassabitur", Cocceius; "fragetur", Michaelis; "infringetur", Schultens, so Ben Melech.

Spreuken 13:20 In-Context

18 Armoede en schande is desgenen, die de tucht verwerpt; maar die de bestraffing waarneemt; zal geeerd worden.
19 De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken.
20 Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden.
21 Het kwaad zal de zondaars vervolgen; maar den rechtvaardige zal men goed vergelden.
22 De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige weggelegd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.